Is de dominee een speciaal mens, met bijzondere gaven of een ‘gewoon’ iemand die min of meer toevallig de kansel op zijn pad vond? We bespreken deze en andere vragen over zijn visie op het leven en zijn mogelijke betekenis als aanjager van saamhorigheid.
Thuis en het dagelijks leven
Op de vraag of hij, als dominee, anders is dan ‘gewone’ eenvoudige zielen antwoordt hij “Nee, ik ben een gewone man, huisvader, echtgenoot en grootvader. Ik deel mijn leven met Johanna, mijn vrouw. Samen hebben we 3 kinderen die allemaal al ‘uitgevlogen’ zijn. We hebben nu één kleinkind en we zijn erg blij dat we 1 dag per week ‘oppas-oma en – opa’ voor haar mogen zijn.”.
Hij vindt het fijn om in een boek te duiken of samen met Johanna naar een film te kijken, waarna ze er samen over doorbomen of hij geschikt is om te delen met een groter publiek. Hij is eigenlijk ook een beetje gek op mooie auto’s. Voor vakanties gaan ze meestal naar Zuid-Europa, lekker met de tent kamperen in de natuur en onder de zon! Daarnaast geniet hij dicht bij huis ook “van de opvallende schoonheid van ons dorp en van de omgeving”.
Muziek is zijn grote hobby. Ooit speelde hij verdienstelijk orgel, en ook wel piano en klavecimbel. Hij heeft het graag over de dagelijkse dingen die mensen bezighouden en waar ze iets aan beleven. Als Pieterjan wordt uitgenodigd tot een gedachtewisseling en gesprek over ‘de diepere dingen van het leven’ dan blijkt hij daar zeker ook voor in te zijn. En dat blijkt ook weer tijdens dit gesprek.
Een gewone man die geleerd heeft om zich te voegen naar wat de seizoenen brengen
“Mijn wieg stond in Zeeland. Ik groeide op als oudste zoon binnen een gezin met 4 kinderen; wij hadden een akkerbouwbedrijf. Ik kom dus uit een boerenfamilie. Van daaruit heb ik meegekregen dat het leven je wordt gegeven: je hebt geen invloed op de seizoenen, de ‘weerselementen’ en ook je invloed op het ‘eindproduct’ is beperkt. Wat je moet doen is zaaien en verwachtingsvol de oogst tegemoet zien. En ondertussen met elkaar plezier hebben in het volgen en verzorgen van wat groeit.”.
De ‘aarde gerichte’ houding, die hij tijdens zijn jeugd t.o.v. de dingen die men in het leven tegenkomt heeft meegekregen, klinkt ook door tijdens het gesprek dat daarop volgde. Pieterjan vervolgt: “Ik ben er diep van overtuigd dat ik niet degene ben die mijzelf maakt tot wie ik ben. Ik ben dan ook niet zo bezig met mijn eigen identiteit of hoe anderen mij zien. Ik ‘ben’ gewoon”. Hij vervolgt: “Het leven is je gegeven, hoe dan ook, en je ziet onderweg hoe het ontkiemt.”.
Keuze voor de kansel
Deze instelling heeft Pieterjan ook gevormd in zijn keuze voor de kansel. “Ik voelde mij geroepen om mij verder als predikant te ontwikkelen. Ik kom niet uit een dominees-gezin, maar ik wilde me inzetten als aanjager van leven in onderlinge verbondenheid.”.
Naar aanleiding van de vraag “Zie jij predikant-zijn als een identiteit, een bijzondere manier van zijn of als een beroep?” gaan we toch weer de diepte in.
“Ik zie geloof als een levensoriëntatie, het is een keuze zoals je bijvoorbeeld ook voor een liefdesrelatie kiest. Je richt je op je geliefde, die jouw leven is binnengekomen. Natuurlijk gaat zoiets met ups en downs, dat gaat in het ‘gewone’ leven ook zo. Het is voor mij leidend als kompas voor de manier waarop ik in het leven wil staan. Voor mij persoonlijk is daarnaast de liefde, die ik tegenkom bij Jezus, de verpersoonlijking van God, de toetssteen”, vervolgt Pieterjan. “Ik heb mijn geloof nodig als kompas. Sterker nog, het is mijn kompas in het leven”.
Zingeving
“Natuurlijk heb je als predikant bepaalde vaardigheden nodig die je gebruikt in de manier waarop je met anderen wilt omgaan en in de betekenis die je wilt geven aan je relatie met anderen en de wereld om je heen”, vervolgt Pieterjan. “Ik ben zeer gericht op verbinding met anderen, het samen vormgeven aan het leven. Zin vind je – hoop ik – in het samenleven met anderen, in het zijn en hebben van naasten, in het van betekenis zijn voor elkaar. Het gaat om de gemeenschap waarbinnen je leeft. Het individu is daaraan ondergeschikt, terwijl aan de andere kant de gemeenschap wordt gekleurd door de personen die daar deel van uitmaken.”.
Hij gaat verder: “Door het leven samen te delen wordt de zingeving vermenigvuldigd – daar gaat het om! Dat is ook mijn motief om me te willen richten op verbinding. Het leven ontvangt zin door het samen te leven met anderen, dat geeft je je identiteit.”.
Je zou daarnaast kunnen stellen dat het ook voor individuen van belang is om een eigen identiteit, zingeving, te ontwikkelen en deze ook na te streven. “Ja, dat begrijp ik. Als persoon kun je gelukkig zijn met wie je bent. Maar voor mij is het belangrijk dat je zelfbeeld niet los komt te staan van de mensen en de wereld om je heen. Je bent mens-in-relatie.
Het woord ‘individu’ betekent letterlijk dat je ‘ondeelbaar, ongedeeld’ (op jezelf) bent. Voor mij is dat niet voldoende, ik vind de waarde van het samen delen (gemeenschap) juist wel van groot belang.”.
Ontmoeten en verbinden
En dat brengt ons ook weer op de rode draad van wat Pieterjan met de invulling van zijn taak binnen de Dalense gemeenschap voor ogen heeft: “Ik stel me actief open voor de ontmoeting tussen mensen. Met elkaar delen hoe je in het leven staat zonder je bij ontmoetingen expliciet te laten dwingen in het keurslijf van een stramien, agenda, thema of programma. Ik zie het geloof dan ook als drijvende kracht, niet als normstellend kader.
Als je ontmoetingen organiseert waarbij we onze gedachten en opvattingen met elkaar uitwisselen, voeden we elkaar met verschillende zienswijzen waardoor we alleen maar rijker kunnen worden. Door middel van dergelijke ontmoetingen verrijken we elkaar met elkaars beleving en kunnen wij onze eigen levensopvatting toetsen en misschien bijstellen.”.
Vliegwiel
“Ik vergelijk mijn rol binnen de kerk vaak met die van een vliegwiel. Ik probeer dingen ‘aan te slingeren’, activiteiten die iets in gang zetten dat leidt tot verbinding en saamhorigheid. Of je nu gelovig bent of niet.
Daarom willen wij bijvoorbeeld maandelijks een film aanbieden waar iedereen welkom is. Ook met het aanbod van ‘uitstapjes’ (b.v. om naar het Van Gogh-huis te gaan) streven we naar saamhorigheid. Zo hebben we nog wel meer ideeën, maar of deze aanslaan, is nog even afwachten. We zien wel hoe het loopt, ik ben in elk geval niet van het op lange termijn vooruitkijken en de plannen en processen op voorhand te willen sturen naar een voorgenomen doel”. “Slaat het aan, dan is dat fijn. Maar zo niet, dan maak ik een pas op de plaats. Het moet wel behapbaar blijven (zelfs voor een dominee).”.
Houd voor dat aanbod deze website in de gaten, daarin worden deze (niet strikt religieuze) activiteiten vermeld onder de rubriek ‘De dorpskerk’.
En zo lopen we nog even via de achtertuin om bij een prachtige Rode beuk een paar foto’s van de hoofdpersoon voor bij dit gesprek te maken.