Dorpsportret: “Ik ga direct de verpleging in”

Aaf Adema-Croezen woont aan het Dokter Christiaansplein. Ze is drie dagen per week in de Selkersgoorn. Zij is weduwe, haar man Gert is jong overleden. Zij heeft vier kinderen gekregen en tien kleinkinderen.

Uit wat voor gezin komt u?

“Ik kwam uit een heel goed gezin. Mijn ouders deden altijd veel met ons, vooral als mijn vader op zondag vrij was. Ik ben op 18 november 1931 geboren in Coevorden en ik heb drie broers en een zus. Mijn moeder was altijd thuis en als wij uit school kwamen, stond er een dubbele boterham voor ons klaar en een kop thee of melk. Als we dat op hadden, mochten wij buiten spelen.
Wij woonden vlakbij een houthandel en wij werden door onze ouders altijd vrijgelaten waar we wilden spelen. We hebben heel wat gespeeld tussen de grote houtstapels en achteraf denk ik wel eens dat het een wonder is dat dit allemaal goed is gegaan. Wij kregen veel aandacht van onze ouders en ik heb het thuis goed gehad.”

Lijkt u op uw vader of op uw moeder?

“Uiterlijk lijk ik op mijn moeder, innerlijk op mijn vader. Ik heb altijd veel energie gehad. Ik lijk rustig, maar ben dat niet. Door de hulp van medewerkers van Icare ben ik hier in de Selkersgoorn terecht gekomen. Het ging niet goed met mij, ik vereenzaamde. Ik woonde alleen, mijn man Gert was overleden, ook twee dochters zijn overleden, onze zoon heeft handicaps en moest al op 5-jarige leeftijd uit huis, ik leefde steeds meer teruggetrokken. Ik heb nu weer veel meer energie met de mensen hier om mij heen en ik voel mij stukken beter. Ik ben de mensen van Icare dankbaar dat zij mij hebben geholpen.”

Mocht u zelf kiezen wat u wilde worden?

“Nee! Ik wilde heel graag de verpleging in, maar mijn moeder had zussen die in de verpleging werkten en die hadden altijd nare verhalen over hun werk. Mijn ouders wilden daarom niet dat ik de verpleging in ging, ze zeiden: ”Dat gaat niet gebeuren, Aaf!”
Mijn vader werkte bij Vonk in Coevorden en na de mulo ben ik daar ook gaan werken in de winkel en op de administratie. Dat was best leuk werk, maar toen mijn moeder ziek werd, moest ik stoppen met dit werk en thuis mijn moeder verzorgen. Ik was de oudste in het gezin en dus viel deze taak mij toe. Ik kon, na het beter worden van mijn moeder, helaas niet terug naar Vonk, want mijn werkplek was door een ander bezet.”

Welk beroep zou u nu kiezen als u jong was?

“Ik ga direct de verpleging in! Mijn hart trekt er nog steeds sterk naartoe en ik heb het altijd jammer gevonden dat ik daar niet heb kunnen werken.”

Wat was een belangrijke gebeurtenis in uw leven?

“Dat zijn er veel geweest. Natuurlijk was het uit huis gaan van onze zoon heel verdrietig, het overlijden van mijn man en van twee dochters was heel ingrijpend. Het is lastig om daarover te praten. Ik wil vertellen over twee andere gebeurtenissen.
De eerste was toen ik nog jong was, ik was 15 jaar. Wij woonden aan de Beukenlaan in Coevorden, langs het water. Er waren twee steigers en daar losten de schepen hun hout dat voor de houthandel was bestemd. Bij die steigers was het water heel diep. Op zondagmiddag kwamen er vaak kinderen spelen. Mijn ouders gingen op een zondagmiddag weg op de fiets naar familie en ik moest thuis blijven oppassen. Op een gegeven moment werd er buiten paniekerig geschreeuwd en er werd hard op de deur geklopt door iemand die om een deken vroeg. Ik gaf die deken en ging buiten kijken wat er aan de hand was. Het bleek dat bij de steigers kinderen aan het spelen waren en dat een kind, een jongetje van zes jaar, in het water was gevallen en was verdronken. Hij was nog uit het water gehaald, maar het was al te laat. Hij zou de volgende dag voor het eerst naar school gaan. Het jongetje werd weggebracht op een kar en onze deken lag over hem. Later werd die deken weer terug gebracht en deze deken heeft een tijd achter ons huis gelegen om te drogen. Dagelijks kwam ik daar langs en zag ik die deken en dat vloog mij aan. Ik was zo ontzettend verdrietig en ik heb daar heel lang veel last van gehad. Dit is me altijd bijgebleven en ik denk er nog geregeld aan.”
Aaf heeft nog een andere gebeurtenis die ze wil delen: “Ik was al in de vijftig en woonde in Ridderkerk. Ik was lid geworden van de wandelclub en ik heb toen voor het eerst de wandelvierdaagse van Nijmegen gelopen. Ik heb dat zo ontzettend leuk gevonden. Je leerde heel veel mensen kennen en ook doorzetten, want het was best wel zwaar, maar ik heb het volbracht. Op een gegeven moment stonden wij naast Zwitserse militairen en we babbelden wat met elkaar, een van de Zwitsers nam foto’s en een jaar later zagen wij dezelfde Zwitsers weer. De fotograaf had foto’s bij zich waar wij met onze wandelclub op stonden! Wat een leuk toeval! Ik heb de vierdaagse wel vier keer gelopen.”

Hebt u altijd in Coevorden gewoond voor u naar Dalen kwam?

“Nee! Na ons trouwen woonden wij in Schoonebeek. Gert werkte bij de NAM en wij kregen daar een duplex-woning toegewezen. Wij zijn verhuisd naar Ridderkerk omdat Gert werd overgeplaatst en we kregen daar een flat, dat heb ik verschrikkelijk gevonden. Na het overlijden van Gert in 1982 ben ik snel naar Gramsbergen verhuisd, dat was eigenlijk een vlucht; ik had het er moeilijk mee dat Gert er niet meer was. Ik heb daar maar kort gewoond en ben toen met de kinderen naar Scharendijke in Zeeland gegaan, mijn oudste dochter woonde daar. Het was een mooie plek om te wonen en als in de zomer Bløf optrad in Zoutelande, hoorden we de muziek heel goed.
Toen de kinderen uit huis waren en ik alleen was in het huis, ben ik terug gegaan naar mijn geboortestreek. Ik heb eerst een tijd in het voorste deel van een boerderij aan De Bente gewoond en later kreeg ik een huis aan het Dokter Christiaansplein, waar ik nog woon.”

Wat is sinds uw jeugd beter of minder geworden?

“Er is nu veel meer aandacht voor mensen die het financieel minder hebben. Dat is positief. Ik vind het erg jammer dat de wereld op z’n kop staat. Er zijn veel oorlogen en dat is verdrietig. Sommige hoge heren hebben iets in hun hoofd en dat moet dan koste wat kost doorgaan.”

Bent u tevreden?

“Ik was een tijd niet goed na het overlijden van mijn man en toen de kinderen uit huis vertrokken waren en later na het overlijden van mijn dochters. Ik raakte in mijzelf opgesloten. Nu gaat het beter met mij en ben ik meer tevreden, ik kom hier in de Selkersgoorn en met al die aardige mensen om mij heen veel meer los.”

Hebt u heimwee?

“Ik wou dat mijn man en mijn dochters er weer waren, die mis ik ontzettend. Maar ik heb maar te accepteren dat zij er niet meer zijn. Je moet leren omgaan met de leuke maar ook met de minder leuke gebeurtenissen in je leven.”

Hoe word je oud?

“Ik heb altijd veel gesport. Van mijn ouders kreeg ik vroeger een seizoenskaart voor het zwembad en ik heb veel gezwommen. Daarnaast heb ik nog veel meer gesport, ik ben lid geweest van de korfbalclub, van de wandelclub en heb bij de padvinderij gezeten. Ik ben de eerste leidster geweest bij de padvinderij en daarvoor heb ik eerst een opleiding gedaan. Ik heb al die activiteiten leuk gevonden.”
Aaf vertelt verder: “Nu doe ik, sinds ik een nieuwe heup heb gekregen, dagelijks oefeningen, nou ja, soms sla ik wel eens een dagje over. Ik eet niet overdadig. Vroeger dronk ik wel wijn, maar dat doe ik niet meer. Ik lees dagelijks de krant, kijk naar het journaal en lees veel boeken. En ik heb het fijn met mensen om mij heen!”

Aaf Adema - Croezen
Geboren: 18 november 1931 in Coevorden
Woont: aan het Dokter Christiaansplein in Dalen en verblijft dagdelen in de Selkersgoorn.
Beroep: administratief medewerkster en winkelbediende.
Familie: 4 kinderen, waarvan 2 dochters zijn overleden, 10 kleinkinderen.
Weduwe sinds 1982.