Greet ten Holte, wegbereider van het internationale cultuurbeleid 1945 – 1973

Woensdag 22 februari organiseerde Aold Daol’n een lezing over het leven van Greet ( Zus) ten Holte. Voorzitter Jack Lubberman heette de gasten van deze avond, Marieke Sanders – ten Holte, Inge Tibben en de overige bezoekers van harte welkom. Hij verwacht een boeiende avond. Hij geeft eerst het woord aan Marieke Sanders. Zij vertelt over haar tante Greet, die in 1910 in Dalen wordt geboren als dochter van burgemeester J.A. ten Holte (de opa van Marieke)

Vooruitstrevend leven met kunst en cultuur

Greet was een vooruitstrevende, moderne vrouw die naar de kunstacademie ging. Ze komt in 1945 in dienst van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De bedoeling is promotie van Nederlandse kunstenaars, het versterken van culturele betrekkingen en het kweken van meer goodwill door het brengen van cultuur. Al snel breiden haar werkzaamheden zich uit naar het buitenland. In 1947 reist ze voor een expositie van kindertekeningen naar Parijs. In 1948 organiseert ze tentoonstellingen in Curacao, Luxemburg, Zagreb, Scandinavie en de Biennale van Venetie. Dit is een tweejaarlijkse toonaangevende internationale kunstmanifestatie.

Op reis met bijzondere kunstwerken

Greet reisde heel vaak per trein met vaak beroemde schilderijen naast zich op de bank, bijv. van Goghs. In deze tijd onvoorstelbaar! Ook reisde ze wel eens met een verzegelde vrachtwagen mee, waar achter in de laadruimte schilderijen van beroemde kunstenaars lagen. Bij de grensposten moest de douane de inhoud controleren. Greet kreeg het steeds voor elkaar dat ze toch door konden rijden. Bij het inrichten van tentoonstellingen werkte ze hard mee en zo nodig poetste ze het glas of sloeg een spijker in de muur. Ze heeft als vrouw en voorvechtster van moderne kunst een grote rol gespeeld in de door mannen gedomineerde kunstwereld van 1945 tot 1973.

Een bijzonder persoonlijk archief

In 1999 overleed Zus ten Holte en toen bleek dat Marieke en haar broer Hanno ten Holte de enige erfgenamen waren. Het huis in Amsterdam met inboedel en verschillende landerijen behoorden tot de erfenis. Toen ze de woning ontruimden vonden ze op zolder een blauwe koffer met o.a. acht identieke plakboeken over haar werkzame leven, krantenknipsels, brieven van ministeries, musea, foto’s en brieven van kunstenaars, o.a. van Karel Appel met de vraag waar z’n geld bleef. Alles was op volgorde gedocumenteerd. Er is heel veel in haar archief gevonden wat niet bekend was. Daarom is besloten dat er een boek moest komen waarin goed voor het voetlicht komt wat Greet voor de kunstwereld heeft betekend.

Huisje in Dalen

Ondanks haar drukke werkzaamheden vergat ze Dalen niet. ’s Zomers was ze vaak te vinden in haar huisje (in de volksmond kippenhok genoemd) in de Giestee. Ook bezocht ze vaak haar ouders in het burgemeestershuis in Dalen. Ze was een opvallende verschijning met haar alpinopet en haar onafscheidelijke sigaret. Marieke bewaart goede herinneringen aan haar tante, waar ze als kind ook wel logeerde.

Zang door Inge Tibben

De verhalen van Marieke werden afgewisseld door zang van Inge Tibben uit Dalen. Inge heeft, geinspireerd door de verhalen van Zus, geprobeerd haar liedjes hierop te laten aansluiten. Dit is goed gelukt, bijv. door een lied over vriendschap, de sociale binding met tante Zus. Inge zong prachtige ballads en chansons. Ze eindigde met Hallelujah met een link naar de huidige problemen in de wereld.