Dorpsportret: “Ik heb heel wat afgehakt in stenen”

Betty van Beijnum-Donkerbroek is 89 jaar geleden geboren in Steenwijk. Ze is 66 jaar getrouwd geweest met Willem Sander van Beijnum (overleden in 2024), en ze kregen een dochter, een zoon en een kleinkind. Betty woont sinds oktober 2024 in de Selkersgoorn, nadat ze in de ziekenkamer terecht was gekomen na een val, waarbij ze vingers had gebroken en haar gezicht en mond ernstig verwond waren.

Uit wat voor gezin komt u?

“Mijn vader was belastingambtenaar en mijn moeder was huisvrouw. Ik had drie broers en twee zussen, ik was de jongste, een nakomertje, ik werd 10 jaar na de laatste geboren. Mijn oudste zus is 20 jaar ouder! Het was een fijn gezin, al voelde ik me wel vaak alleen omdat mijn broers en zussen zoveel ouder waren. Ik miste kleine broertjes en zusjes! Er waren niet veel activiteiten die we als gezin ondernamen, wel kwamen geregeld de oudste kinderen die al de deur uit waren, thuis logeren. Ik kijk wel tevreden terug op mijn jeugd. Ik was het lievelingetje van mijn vader en mijn moeder was zelfs wel eens jaloers omdat ik papa’s kindje was! Mijn vader was een heel lieve man.”

Mocht u zelf kiezen wat u wilde worden?

“Ja, al jong wilde ik graag met kinderen werken. En het liefst kleuterjuf worden. Daarvoor moest ik eerst de mulo afmaken en daar had ik eigenlijk geen zin in, maar heb dat toch maar gedaan. Daarna ben ik kleuterjuf geworden en dat vond ik heel erg leuk. Ik was 20 jaar toen ik het huis uitging om te werken in Groesbeek. Toen ik trouwde, stopte ik met werken, al viel ik nog wel af en toe in. Ik zou het zo weer overdoen!”

Hoe kwam u in Dalen terecht?

“Na de pensionering van mijn man zijn wij in Dalen komen wonen. De broer van mijn man en zijn vrouw woonden in Dalen en wij logeerden geregeld bij elkaar en zo kwamen wij hier wonen, omdat wij toch graag in het oosten van het land wilden wonen, mijn moeder en zus woonden in Groningen en mijn zoon in Enschede en dan is Dalen ook mooi er tussen in. Mijn man werkte bij Naturalis in Leiden, eerst bij personeelszaken en later leidde ook hij de afdelingen Geologie en Mineralogie. Toen hij met pensioen kon op zijn zestigste, hebben wij een mooi plekje in Dalen gevonden aan de Kolkakkers. Ik ben zelf ook altijd gek geweest op mineralen, dat was voor mij echt een hobby. Ik heb ook actief mineralen gezocht, ik heb heel wat afgehakt in stenen! Ik had aan de Kolkakkers een mooie vitrinekast waar ik al mijn mineralen in tentoon stelde. Ik heb toen ik moest verhuizen naar de Selkersgoorn, bijna alles weggedaan. Ik heb het gegeven aan de kleinzoon van onze buren, die ook verzot was op mineralen. Zo kwam het goed terecht. Ik heb enkele stenen bewaard die mij erg dierbaar zijn, zoals deze amethist.” Deze paarse steen ziet er prachtig uit en ook enkele andere stenen die Betty laat zien, zijn indrukwekkend in hun schoonheid.

Heeft u herinneringen aan de oorlog?

“Wij woonden in Steenwijk naast een onderwijzeres, ik paste soms op haar katten. Als er een razzia werd gehouden in onze straat, stond deze buurvrouw altijd bij het hek voor haar huis met de Duitsers te praten, ze sprak natuurlijk goed Duits als juf. Dat vonden wij verdacht, want je hoorde niet met Duitse soldaten te praten. Later bleek dat ze twee Joodse onderduikers in huis had en dat de gesprekjes met de Duitsers afleidingsmanoeuvres waren.
Mijn broer had een geheime radio, je mocht toen niet naar de radio luisteren, zeker niet naar radio Oranje. Mijn vader had ischias en dat was een goed excuus voor de huisarts en de dominee om geregeld langs te komen. Ze luisterden boven dan samen naar de radio Oranje. Mijn vader zat in een stoel, had een grote deken over zich heen omdat hij ziek was en als de mensen vroegen waarom de dokter zo vaak bij ons langs kwam, was de ischias een goed excuus.”

Maakt u zich zorgen?

“Ik vind het een moeilijke tijd met Poetin en Trump. Wat gebeurt er allemaal tussen deze mannen? Wat gebeurt er met de wereldvrede? Ik zorg dat ik goed op de hoogte blijf van wat er gebeurt in de wereld, maar ik vraag mij wel af wat ons nog te wachten staat en daar maak ik mij wel zorgen over. Ik ben wel eens bang dat wij toch weer in een oorlog verzeild raken.”

Wat is beter en wat minder geworden sinds uw jeugd?

“Een paar maanden geleden kon ik alles nog, maar door de val heb ik veel moeten inleveren. Ik ben zeker 15 kg afgevallen, want door de beschadiging in mijn gezicht, een gebroken kaak en gezichtsverlamming, kon ik lang alleen vloeibaar voedsel tot mij nemen. De artrose die ik heb en de gevolgen van mijn val zorgden ervoor dat ik van zelfstandigheid naar afhankelijkheid ging en dat vind ik nog steeds moeilijk te accepteren. Ook als juf was ik altijd zelfstandig en dan blijft het moeilijk te accepteren dat het niet meer gaat zoals het ging. Ik red mij er nu wel mee en ik leer ermee te leven, het gaat zoals het gaat.
Ik wil graag mijn complimenten geven aan de mensen die ons hier helpen in de Selkersgoorn. Wij worden heel goed verzorgd en het personeel is heel behulpzaam. Ik ben hun daar zeer dankbaar voor.”

Hoe word je zo oud als u bent?

“Mijn motto is dat je altijd optimistisch moet zijn en dat ben ik. Ik heb altijd goede zin, ik houd de moed erin en zit niet bij de pakken neer!”

Betty (Bertha Fiena) van Beijnum - Donkerbroek
Geboren: 31-10-1935 in Steenwijk
Woont: in de Selkersgoorn
Beroep: kleuterjuf
Familie: een dochter, een zoon, een kleinkind
Weduwe sinds 2024