Interview met Joris Lentz

We spreken Joris in onze Dalense bibliotheek, een passende locatie voor een gesprek met een schrijver over schrijven, de eerste in een serie over Daler auteurs.
Aanleiding voor dit interview is Joris’ nieuwe boek ‘De Zonderling’, verschenen in november 2022. In 2021 publiceerde hij de dichtbundel ‘Het leven, de dood en zinvolle dingen’ en in 2019 verscheen zijn debuutroman ‘Onverlicht’.

Schrijver in Dalen


Joris is opgegroeid in Dalen, verhuisde voor zijn studie naar Groningen en leerde het drukke stadsleven kennen. Hij geeft de voorkeur aan het leven in een dorp en daarom keerde hij -met zijn vriendin- terug naar Dalen, dat hem zoals hij zelf zegt “alles biedt wat een mens nodig heeft.” Wat opvalt is dat het haar van Joris aanmerkelijk korter is dan op de foto’s op zijn boeken. Dat komt doordat hij kort geleden zijn haar gedoneerd heeft t.b.v. pruiken voor mensen met haaruitval.

Wat betekent schrijven voor jou?

“Schrijven betekent best veel voor me. Ik ben niet zo’n prater en ik kan veel kwijt in wat ik schrijf. Ik zit veel in mijn hoofd, het schrijven helpt om me te uiten.”

Wat zijn voor jou belangrijke thema’s?

“Ik vind dat mensen zichzelf en het leven zo serieus nemen, daar schrijf ik graag met een knipoog over. De dood komt best vaak voor in mijn boeken en gedichten, maar daar denk ikzelf wel lichtzinnig over. Mijn motto is: leef gewoon; maak er wat van; zie de humor; leef nu en doe wat je leuk vindt; wacht daar niet mee.”

Dat zijn grote thema’s…

“Ik schrijf wel over zware thema’s, thema’s die mij net als andere mensen bezighouden, maar ik ga er licht mee om. Het leven en de dood zijn van belang, dingen in het leven raken me zeker ook, maar het helpt me wel om het ook te relativeren en te zeggen: het stelt niet zoveel voor. Wij mensen  zijn waarschijnlijk de enige soort die weet dat het leven eindigt. Doe daar je voordeel mee.”

Wat doe je nog meer, naast schrijven?

“Ik werk parttime in de gehandicaptenzorg op een woongroep in Bedum. De bewoners zijn ouderen met een flinke verstandelijke beperking. Het is verantwoordelijk werk, de bewoners hebben mensen zoals ik nodig in hun leven. ik werk daar nu vier jaar en ben gehecht aan de mensen daar. Daarom aarzel ik om dichter bij Dalen te gaan werken. Ik krijg nogal eens de vraag waarom ik parttime werk. Dat doe ik om de tijd en de rust te hebben voor andere belangrijke dingen in mijn leven, zoals het schrijven. Verder koop ik graag antieke spullen, die ik vervolgens opknap en weer verkoop. En, niet te vergeten, ik voetbal met veel plezier.”

Hoe oud was je toen je begon te schrijven?

“Niet heel jong. Als kind was ik ook niet erg goed in taal. Rond mijn 17e/18e jaar ben ik heel veel gaan lezen; over politiek, de Tweede Wereldoorlog, geschiedenis en over voetbal. Pas toen ik de hbo-opleiding Media, Informatie en Communicatie ging doen, kwam voor mij het schrijven op gang. Op mijn 22e deed ik als afstudeerproject een bundel met columns over voetbal. Ik houd van het voetbaltijdperk van de vijftiger jaren, het begin van het professionele voetbal. Het ging toen om pure sport en het grote geld speelde toen nog niet zo’n hoofdrol als tegenwoordig.”

Waar en wanneer schrijf je en heb je ook schrijfrituelen?

“Gewoon, aan de keukentafel, vaak ’s avonds of ’s nachts, vooral in de winter, als het donker is. Lampje aan, glas whisky erbij, muziek op de achtergrond, dan schrijf ik een paar uur. Toen ik tijdelijk in Wales woonde, heb ik trouwens ook wel buiten geschreven. Ik schrijf alleen als ik er zin in heb, vaak in periodes. Er kunnen weken of maanden zijn waarin ik niks schrijf.”

Hoe komt het verhaal tot stand?

“Het verhaal en de personen daarin ontwikkelen zich al schrijvend; ik bedenk niet het hele verhaal van tevoren. Dat ik me in het verhaal soms rechtstreeks tot de lezer richt, gaat ook vanzelf, dat hoort blijkbaar bij mijn schrijfstijl.”

Bespreek je je werk met anderen?

“Dat anderen mijn werk lezen, is wel kwetsbaar. Pas als iets af is, laat ik het anderen lezen, mijn vriendin en mijn moeder. Reacties van anderen op mijn werk vind ik moeilijk. Natuurlijk is respectvolle feedback waardevol en is het fijn om bevestiging te krijgen. Ik heb geen contact met andere schrijvers, maar het is misschien wel leuk om ervaringen uit te wisselen, daar sta ik wel voor open.”

Hoe zie je je toekomst als schrijver?

“Het mezelf uiten door te schrijven is belangrijk in mijn leven, maar ik voel me niet echt schrijver. Ik wil graag doorgaan en me verder ontwikkelen in het schrijven. Ik zou wel graag een grotere doelgroep willen bereiken. Ik werk in alle rust aan een nieuw boek. Daar neem ik de tijd voor, ik voel geen druk om snel een volgend boek te publiceren. Het lijkt me zinvol om tijdens het schrijfproces voortaan wel meer meelezers om feedback te gaan vragen.”

Welke schrijvers en boeken zijn voor jou belangrijk?

“Ik bewonder het werk van Joost Zwagerman, bijv. de roman ‘Vals Licht’. Het spreekt me aan hoe hij personages die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hebben bij elkaar zet, en hoe hij laat zien dat iedereen het op zijn eigen manier doet. Ik houd van zijn wat sombere, trieste insteek. Momenteel lees ik ‘De gebroeders Karamazov’ van Dostojevski, een lijvig werk met heel veel personages en veel dialoog, zo goed geschreven.Een boek dat me echt geraakt heeft is ‘Toen ik je zag’, geschreven door Isa Hoes over haar man Antonie Kamerling. Fascinerend en ontroerend hoe zo’n begaafd iemand gebukt kan gaan onder psychische ziekte.”

Wat wil je verder nog kwijt?

“Voor mij is het goed dat ik gestopt ben met social media; ik had genoeg van de oppervlakkigheid ervan en van de dwang om alles vast te leggen. In mijn ervaring raak je door social media juist verder van jezelf af. Over het schrijven wil ik nog zeggen dat ik het leuk vind dat mensen nu en later als ik er niet meer ben, kunnen lezen hoe ik over de wereld denk en hoe ik in het leven sta, hoe ik dacht en wat ik schreef.

Zoals Jules Deelder zei: “De zin van het leven ben je zelf.”