Veertig boeren in actie in Dalen

Donderdagavond verzamelden zich zo’n veertig boeren, plus een aantal trekkers, op het kerkplein.

Restaurant De Baander verraste de boeren met koffie en cake.

Daarna trokken ze in optocht door het dorp om de blauw-wit-rode vlaggen op te hangen. 

Deze actie werd door Dalenaren als zeer positief ervaren en velen spraken hun steun uit aan de publieksvriendelijke acties. 

Vandaag D(w)aler aan het woord.

Terug in de tijd

Bij mij rees de vraag: Waarom deze actie? Waarom de blokkades op de wegen? Waarom het blokkeren van overheidsgebouwen en waarom ‘huisbezoeken’ bij politici?

Mijn gedachten gingen terug naar mijn jeugd. In Dalen, een BBB-dorp. Nee, dit stond toen nog niet voor Boeren Burger Beweging. Het was een dorp van Boeren, Burgers en Buitenlui.

Het grootste deel van ons dorp bestond vroeger uit boeren. De burgers vonden ook hun bestaan in het dorp. Dit waren onder andere de boerenarbeiders, de ambachtslieden, de middenstanders en de ambtenaren. De buitenlui woonden wel in ons dorp maar hadden hun werk elders. In die tijd werkte iedereen direct of indirect in dienst van de agrarische sector. 

Groter

Maar de tijden veranderden. In het Haags beleid was er geen plaats meer voor de kleine boer.

De bedrijven moesten groter. De landbouw werd gemechaniseerd. Paarden en boerenkarren verdwenen uit het straatbeeld in de dorpen. In navolging van de mechanisatie kwam de ruilverkaveling.

Er werd land uitgeruild zodat de boeren een aaneengesloten perceel kregen. De ruilverkaveling werd door de overheid gestimuleerd. Doel: landopbrengst te vergroten en de prijzen laag te houden. 

De boeren gingen het dorp uit en bouwden een nieuwe boerderij bij hun land.

Hierbij kwam nog de WIR-premie. De WIR-premie nodigde boeren uit om hun boerderij uit te breiden en grotere werktuigen aan te schaffen. De banken wilden de boeren in deze constructie graag financieren. De WIR-premie kon oplopen tot 58 % van de investeringen en een extra zekerheid van het land.

De stallen werden uitgebreid; er kwam meer vee en vooral in Brabant werden mega-varkensmesterijen gebouwd. Over het milieu werd niet gepraat en het werd niet of nauwelijks genoemd in de verstrekte vergunningen, dus dat was geen probleem.  

En de boer hij ploegde voort

Nederland maakte economisch goede tijden door. Bij de CAO-onderhandelingen werden betere arbeidsvoorwaarden en vaak een loonsverhoging afgesproken.

Maar de boer moest bijna ieder jaar inleveren op zijn producten. Van de prijsstijgingen in de supermarkten van o.a. boter, melk en kaas zagen de boeren niets terug. Om iets meer te verdienen moest de productie verhoogd worden. Dus meer koeien met gevolg een grotere stal. Vaak moest hiervoor wel een lening afgesloten worden. Meer koeien; meer melk met als resultaat dat de boer de melkkoe van de bank werd. 

En toen was er nog de stikstofproblematiek

De problemen voor de boeren kwamen in een stroomversnelling door de PAS-uitspraak van de Raad van State. Vóór deze uitspraak hadden de boeren die in de nabijheid van de Natura 2000-gebieden woonden en weinig stikstof uitstootten, geen vergunning nodig. Nu zal er een vergunning aangevraagd moeten worden anders werken ze illegaal. Het rijk heeft wel aangegeven dat er voorlopig niet gehandhaafd wordt. Er moest wel ruimte gezocht worden om de uitstoot van stikstof onder de norm te krijgen. De overheid probeerde allereerst een gedeeltelijke reductie van de stikstofuitstoot in de Natura 2000-gebieden te bereiken door boeren die wilden stoppen uit te kopen. Maar ook met de dan vrijgekomen stikstofruimte wordt de norm niet gehaald.

Ik ben een zoon van een eenvoudige timmerman uit Dalen; ben niet zo bekend met de stikstofregelgeving en de daaraan gekoppelde verstrekking van vergunningen. Daar zal ik geen oordeel over kunnen geven.

Den Haag

Wat ik wel weet is dat de boodschap vanuit Den Haag is dat de veestapel gehalveerd moet worden. Dit denkt men te bereiken door boeren uit te kopen.

Vandaag is in het kabinet besloten een start te maken met het uitkopen van boeren en ook te gaan kijken wat voor bijdrage de industrie aan de reductie van de stikstofuitstoot kan leveren. 

Nu deze besluiten genomen zijn verwacht ik van het kabinet dat voorlopig alle stikstofmaatregelen voor de boeren van tafel gaan. Het wordt tijd dat er weer rust komt in de boerengezinnen en dat er voor de startende jonge boeren weer een goede toekomst kan worden gecreëerd. 

Eerst zien hoeveel boeren bereid zijn tot uitkoop en wat dit tezamen met maatregelen voor de industrie aan reductie oplevert. 

Verder kijken

Bij het uitkopen van de boeren heeft de overheid wel de plicht ervoor te zorgen dat deze boeren een bestaan overhouden en ook de mogelijkheid hebben om te genieten van een onbezorgde “oude dag”. Ook zal de overheid regelingen met de banken moeten treffen, zodat er voor de betreffende boeren geen restschuld bij de bank blijft staan. Pas dan zal men bereid zijn te verkopen.

Ook zal het kabinet financiën beschikbaar moeten stellen voor het gebruik van de technische middelen om de stikstofuitstoot op de boerenbedrijven te beperken. Veel boeren zijn hier al op eigen initiatief mee bezig. 

Tot slot

Het stikstofprobleem is volgens mij grotendeels veroorzaakt door de diverse regeringen in Den Haag.

Het boerenbedrijf moest groter en groter. De landbouw moest effectiever. Andere meststoffen en veevoer geven meer opbrengst per hectare. Maar de meststoffen en het veevoer zorgen voor ammoniak.

Ook de banken (o.a. de Rabobank) en de veevoerproducenten zullen zich eens achter de oren moeten krabben. Zij hebben ook alleen maar verdiend aan het groter worden van de boerenbedrijven.

Willen we het stikstofprobleem echt oplossen dan moet men terug naar de tekentafel. Alle partijen samen!! Daar moeten de problemen en voorstellen gezamenlijk besproken worden en moet men tot een voor ieder acceptabele oplossing komen. Ook zal voor dit stikstofprobleem zo spoedig mogelijk één Europees beleid moeten komen. Het kan niet zo zijn dat 20 km verderop de normen anders zijn dan hier. Als de wind uit het oosten ademen we dezelfde lucht in. 

Ik verlang nog weleens naar ons dorp in de jaren 50 van de vorige eeuw. Ons dorp tussen de molens en de burgers tussen de boeren. Samen één!

Ook toen was ik al trots op onze boeren!

D(w)aler