Al eeuwenlang is de kerk van Dalen het middelpunt van ons dorp. De kerk met z’n mooie toren, die van welke richting men ook Dalen nadert, je al ‘verwelkomt’ en aangeeft dat je bijna weer thuis bent.
De kerk dateert uit het eind van de veertiende eeuw. Er was al eerder een stenen kerk, hoger en groter dan de tegenwoordige. Gericht naar het oosten, met een koor, dat tot aan het huidige toegangshek reikte. Zo zaten de parochianen allemaal naar het altaar in het koor gewend, naar het oosten. ‘vanwaar hun heil zou komen’. Ze kwamen door de ingang onder de toren naar binnen en de Hoofdstraat lag toen dus aan de westkant ervan.
Na de reformatie in 1598 bleef de kerk, nu hervormd geworden, in gebruik. Het altaar in het koor en de beide andere in de zijbeuken werden verwijderd. Het grote doopvont van Bentheimer zandsteen maakte in 1624 plaats voor een klein protestants doopbekken op een standaard. Het grote vont kwam in 1892 weer boven water, toen jonkheer J. Hora van Holthe tot Echten uit Nieuw-Amsterdam het aan het Drents Museum schonk. Het had als bloembak in zijn tuin gefungeerd.
In 1639 kreeg de toren een luidklok en vijf jaar later al werd er ook een uurwerk met wijzerplaten in aangebracht.
In de winter van 1813/1814 was er een compagnie soldaten in gelegerd. De militairen waren speciaal aangeworven om aanvallende Fransen uit de vesting Coevorden te weerstaan. Toen de compagnie in mei 1814 vertrok, was de kerk totaal uitgewoond. De muren waren zwart geblakerd van de vuren die men er gestookt had, de ramen waren kapot en de vloeren opengebroken. De kerk werd provisorisch hersteld.
Na een storm in maart 1823 werd het kerkgebouw zo beschadigd, dat men adviseerde het maar niet meer te gebruiken. Dominee Lamping reisde met twee kerkvoogden naar Assen, waar koning Willem I juist een bezoek bracht. Zij wisten de koning te overreden een rijksbijdrage te verstrekken voor de bouw van een nieuwe kerk. De kerk werd in 1824 herbouwd. Lager en kleiner. Het koor en de zijbeuken verdwenen en er werd een sluitmuur met een grote toegangsdeur aan de oostkant gebouwd, waar inmiddels de Hoofdstraat gelegen was. De oude preekstoel kwam tegen de zuidelijke muur en de grote gotische ramen maakten de kerk tot een lichte ruimte. De kerk van Dalen was een typische protestantse zaalkerk geworden.
In 1906/1907 volgde een restauratie en werd besloten de oostgevel te voorzien van neo-klassieke versieringen. De gevel had twee pilaren aan weerszijden en twee naast de deur, uitlopend in een rechthoekige bekroning boven een horizontale daklijn.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de luidklok door de Duitsers gevorderd voor de oorlogsindustrie. Toen de klok, nog enkele dagen voor verder vervoer bij Witvoet stond opgeslagen, schilderde deze er nog gauw het woord Dalen op. Na de capitulatie werd hij direct herkend in een opslagplaats in Hamburg te midden van andere klokken.
In 1973 werd de kerk onder leiding van het Bureau Monumentenzorg te Assen volledig gerestaureerd. De oostgevel met de neo-klassieke opsmuk werd teruggebracht in de oorspronkelijke staat van 1824. De eenvoudige indrukwekkende muur met een dubbele boogvormige toegangsdeur en drie spitsboogramen vormt nu het naar de straat gerichte gezicht van de kerk.
Bron: Dorpskerk Dalen – Monumentje afl. 75 door Huib D. Minderhoud.