Kindergedicht: De boom in de tuin

De boom in de tuin

De boom in de tuin,
rilt van wortel tot kruin.
Wat heeft hij het koud
tot diep in zijn hout.

Zonder zijn blaadjes
is hij zo bloot.
Als dit zo doorgaat,
vriest hij nog dood.

Van de zomer stond hij
nog vol in het blad.
Gek hoor, daar had hij
nu meer aan gehad.

Ging het maar sneeuwen,
wat lijkt me dat fijn.
Dan zou het een boom
met een bontjas aan zijn.

KOOS MEINDERTS

(uit: ‘Ik wou dat ik een vogel was’, Uitgeverij Ploegsma Amsterdam)